'Sri Lanka is als Belfast, maar mét zon', zei een westerse diplomaat me ooit. Het land is net zo sektarisch, en tussen 1983 en 2009 was het ondergedompeld in een bloedige burgeroorlog tussen Tamiltijgers, het leger en Singalese doodseskaders. Tienduizenden burgers stierven, en toen India tussenkwam, werd dat premier Rajiv Gandhi noodlottig.
Deze zomer is het precies veertig jaar geleden dat het conflict begon, met anti-Tamilpogroms in de hoofdstad Colombo. Duizenden mensen werden in hun huizen in brand gestoken. Die zogeheten Zwarte Juli speelt een belangrijke rol in De zeven manen van Maali Almeida , de roman waarmee Shehan Karunatilaka vorig jaar de Booker Prize won.
Het hoofdpersonage, Malinda Albert Kabalana Almeida - Maali voor de vrienden -, is niet langer een mens van vlees en bloed, maar de geest van een openlijk homoseksuele fotograaf die de moorden heeft vastgelegd. Hij houdt zich op in het niemandsland tussen de dood en het eeuwige rijk van het Licht, waar vergetelheid heerst. Maali heeft zeven nachten de tijd om uit te zoeken wie hem vermoordde en om zijn geliefden te leiden naar een doos met zijn foto's, het bewijs van de gruwel. 'Close-ups van mannen met knuppels, niet-geïdentificeerde fanatici die op vreemden joegen en hen in brand staken.'
Karunatilaka schreef zijn roman als een ghost story , zoals ze vaak verteld worden door de boeddhistische Singalezen, die driekwart van de bevolking uitmaken. Dat deed hij ook omdat trauma - zo leerde hij van een bekende Sri Lankaanse antropoloog - vaak spookverhalen voortbrengt. Overlevenden van de tsu'nami in het zuiden van het land in 2004 vertellen tot op de dag van vandaag over verschijningen die uit de zee komen, als rusteloze zielen op zoek naar verklaringen voor zaken waar de levenden geen tijd voor hebben.
Het niemandsland waarin Maali ronddoolt, is griezelig echt: de doden bewegen, glijden en vliegen in de wind, nek aan nek met de levenden. Ze doorkruisen folterkelders, oerwouden waar lichamen rotten in de hitte, vervuilde meren waarin afgehakte hoofden en ledematen wegzinken. Ze luisteren gesprekken af, reageren erop, praten met elkaar. Dat levert een slimme, grappige en ontroerende roman op, vol galgenhumor en absurdisme. Het landschap is verontrustend want het is het toneel van genocide en folteringen, maar Maali schrijft als een afstandelijke waarnemer met een opvallend luchtige toon.
Dubbelleven
Maali's personage is geïnspireerd op de Sri Lankaanse nieuwslezer, acteur, dichter en activist Richard de Zoysa, die in 1990 werd ontvoerd en vermoord. Dat veroorzaakte grote ophef. Het was niet de eerste keer dat activisten of journalisten werden omgebracht, maar als zelfs zo'n bekende man niet veilig was, was niemand het.
Nadat zijn lichaam was gevonden, deden veel theorieën de ronde over wie verantwoordelijk was. Ook lekte uit dat De Zoysa een dubbelleven leidde, een voorraad foto's onder zijn bed had verstopt en in het geheim seks had met mannen - allemaal elementen waarvan Karunatilaka zich gretig bedient. De roman opent bovendien met een citaat uit De Zoysa's gedicht 'Goede Vrijdag' (1975): 'Vader, vergeef ze, want ik zal het nooit doen'.
De zeven manen van Maali Almeida is niet louter een ghost story , tegelijk schreef Karunatilaka een historische roman, een politieke satire en een magisch-realistische thriller. Het was een werk van lange adem, even vaak herschreven als hernoemd. De eerste versie, Devil dance , haalde in 2015 als manuscript de longlist van een Sri Lankaanse boekenprijs, maar werd nooit gepubliceerd. Te veel ideeën en onverteerbaar, oordeelde Karunatilaka zelf. Zijn kinderen, vertelt hij in interviews, gebruiken het manuscript nu als kladpapier.
Begin 2020 publiceerde Penguin India het boek als Chats with the dead , maar westerse uitgevers waren niet geïnteresseerd. De Sri Lankaanse geschiedenis was voor westerse lezers te complex en de verweving van die historische feiten met Singalees-boeddhistische en Tamil-hindoeïstische mythologie hielp niet. Vervolgens kwamen er twee covidjaren, nog wat herwerking en een nieuwe titel. En dan: de Booker Prize.
God houdt van geweld
Aanvankelijk wilde Karunatilaka dat zijn roman zich afspeelde in 2009, het bloedige eindpunt van de burgeroorlog. 'Maar daarvoor was ik een te grote lafaard', zei hij. Door het verhaal tien jaar eerder te situeren, opteerde hij voor een 'veiligere' setting: het gros van de toenmalige verantwoordelijken is nu dood.
Dat is niet onbelangrijk, want de auteur verwijst naar tal van waargebeurde feiten en leiders en schuwt het oordeel niet. Zo doet het corrupte personage Cyril Wijeratne sterk denken aan de defensieminister met dezelfde familienaam. Hij zou de doodseskaders van de regering hebben gecontroleerd. En generaal-majoor Raja Udugampola lijkt gebaseerd op de gelijknamige politiechef die toezicht gehouden zou hebben op de gruwelijke moorden op Tamilseparatisten.
'Misschien is Karunatilaka's grote verdienste dat hij als Singalees de grote wreedheden toegeeft die zijn begaan door de Sri Lankaanse staat, terwijl de meeste van zijn volksgenoten die afdoen als terroristische propaganda van de Tamiltijgers', schreef een bekende Tamilintellectueel in een Sri Lankaans blad bij de toekenning van de Booker Prize. Maar ook voor de Tamils, die zo'n tien procent van de bevolking uitmaken, is De zeven manen van Maali Almeida volgens de man een eyeopener. Zij hebben de neiging te focussen op de door de overheid veroorzaakte bloedbaden, en zwakken de gruwel van de Tijgers af.
En wat kan de westerse lezer met deze roman? De Sri Lankaanse burgeroorlog lijkt in veel opzichten op andere conflicten, en in zijn onverbloemde, cynische kijk op mens en macht stemt Karunatilaka's boek absoluut tot nadenken. Of zoals het citaat uit Gesloten kamer van de Amerikaanse thrillerauteur Dennis Lehane het aan het begin van het zevende en laatste deel duidt: 'Gods geschenk', zei de cipier. 'Zijn geweld... God houdt van geweld. Dat begrijp je toch wel? Waarom zou er anders zoveel van zijn? (...) Er bestaat helemaal geen morele orde. Er is alleen de vraag: kan mijn geweld jouw geweld overwinnen?'
Vertaald door Robert Neugarten, Spectrum, 416 blz., € 27,99 (e-boek € 14,99). Oorspr. titel 'The seven moons of Maali Almeida'.
Verberg tekst